Tom, ik wilde ten eerste zeggen dat ik heb genoten van je boek en dat een recensie nog volgt, en dat ik je in ieder geval wil complimenteren met de diversiteit in je boek. Je gebruikt verschillende genres: verhalen met griezel elementen, science fiction, magisch realisme en in mijn optiek soms literatuur. Ik proef veel gelaagdheid in je werk. Maar voordat ik hier allemaal mee begin, eerst de vraag die op mijn tong brandt:
1) Wat heb je met kwallen?
Kwallen zijn intrigerende wezens. We zijn als mens gefascineerd door buitenaards leven en de geheimen die zich in de uitgestrekte kosmos bevinden, maar eigenlijk vergeten we soms hoe exotisch en bizar het leven op aarde wel is. In mijn verzameling heb ik een fotoboek, getiteld “Wonderen van de zee”, dat gewijd is aan de pracht van allerlei wezens die in de diepste regionen van de oceanen leven. Hetzelfde met insecten. Eenieder die zich met macrofotografie van deze creaturen bezighoudt zal beamen dat hun vreemde vormen en felle kleuren ons telkens weer verbazen. Hoe meer ik stilsta bij de mogelijkheid van leven op andere planeten, hoe meer ik het leven op de onze begin te waarderen.
2) In je opdracht naar mij in je boek schrijf je het volgende: "Zoals jij jouw angsten hebt, heb ik de mijne. In dit boek kan je er mee kennismaken". Zou je hier iets meer over kunnen zeggen? Als je terugkijkt naar je bundel, welke motieven of angsten komen steeds weer terug?
Nadat de 19 verhalen gebundeld waren en ik een overzicht kreeg van wat ik allemaal op papier had gezet, ben ik beginnen nadenken over wat deze verhalen met elkaar verbindt. Ze behandelen enorm uiteenlopende thema’s en in feite is het een dwarsdoorsnede van wat ik de afgelopen vijf jaar heb geschreven. Op het eerste zicht zit er geen rode draad in – en dat zal bij de lezer ook zo overkomen – maar ik ben beginnen beseffen dat in het merendeel van de verhalen de angst voor verandering een grote rol speelt. Met name angst voor lichamelijke en/of geestelijke verandering. Ik hoorde onlangs een prachtig citaat: “ik ben niet bang voor de dood, maar wel voor de tijd”. En dat klopt, want tijd verandert alles. Je wordt ouder, je lichaam takelt af, je wordt ziek. In je verbeelding kan je zulke levensfases zelfs extrapoleren naar griezelbeelden, zoals Agnes die een gruwelijke metamorfose ondergaat (in: "Volmaakt monster") of Glogov die wordt uitgestoten omdat hij misvormd is (In: "Als een beest in een kooi"). Toch schuilt er altijd ergens iets moois in die verandering en daar ga ik in mijn eigen leven naar op zoek.
3) Je verhalen zijn uiterst divers. Zou je ons iets kunnen vertellen over het schrijversproces: hoe kom je tot een verhaal, hoe ontwikkel je dit; zijn er elementen in je verhalen die je pas later herkent of weet je van tevoren al welke kant je uit wilt?
Eigenlijk weet ik nooit van tevoren waar ik naartoe wil. Ik vertrek vanuit een basisidee, een beeld. Dat kan er komen na brainstormen of soms verschijnt het gewoon aan mij in de vorm van een nachtmerrie. Zo gebeurt het vaak. Daarna toets ik af of er potentie is voor een verhaal. Deze werkwijze heeft één groot nadeel en één groot voordeel. Het nadeel is dat ik mezelf door het gebrek aan structuur geregeld vastrijd. Soms kom ik na een tijd tot de conclusie dat het materiaal onbruikbaar is en alle moeite voor niets is geweest. Het voordeel is echter dat ik vaak een toeschouwer ben van mijn eigen verbeelding en dat is best vermakelijk. Het is als een film kijken of een boek lezen, je gaat een stukje op reis. Die vorm van escapisme is voor mij noodzakelijk. Het is wellicht de reden waarom ik fictie schrijf.
4) Het valt me ook op, in tegenstelling tot mijn verhalen soms die meer op novelles lijken, dat je verhalen zich aan de conventies van een kort verhaal houden: kort, krachtig, puntig, maar toch tegelijkertijd ruimte open laten voor personage en plotontwikkelingen. Wat trekt jou in korte verhalen aan? Vind je conventies belangrijk? En wat voor tips heb je voor aankomende schrijvers?
De kracht van korte verhalen zit in het idee. De uitwerking ervan kun je leren, dat heb ik ook moeten doen en daar ben ik nog steeds mee bezig, maar als je je lezers wil overdonderen, dan moet je ze vooral kunnen verwonderen, kunnen betoveren. Het is niet voor niets dat er in het genre zo vaak over “sense of wonder” gesproken wordt. Daar draait het om. Ik kom zelf nog maar net kijken, dus het zou arrogant zijn om andere (beginnende) schrijvers tips te geven, maar een advies dat mij ontzettend geholpen heeft is dat van Clive Barker: “believe in your own imagination”. De rest komt vanzelf.
5) Naast het schrijven staat er in je biografie dat je ook literaire werken hebt geschreven en tevens recensent bent van horror films. Hoe weet je al deze aspecten met elkaar te vermengen? Hoe beïnvloedt het literaire jouw spannende en griezel verhalen? Wie zijn je voorbeelden? En als je ons een griezel film zou moeten aanraden, welke zou dat zijn?
De discussie of iets literatuur is, is een gevaarlijke, een waar je als schrijver al snel je vingers aan verbrandt, dus ik laat het liever aan anderen over om te bepalen welke van mijn verhalen literatuur dan wel lectuur zijn. Wat ik wel merk is dat ik tegenwoordig meer belang hecht aan gelaagdheid en het meta-gedeelte van een verhaal. Het schrijven als verlengstuk van mijn eigen ziel, zeg maar. In sommige verhalen zoals in “Volmaakt monster” schemert die aanpak al lichtjes door, maar in de verhalenbundel waar ik momenteel aan werk zal dit nog veel duidelijker tot uiting komen.
Wat filmrecensies of films kijken betreft, dat staat voorlopig op een laag pitje opdat ik me volledig op fictie kan richten. Ik heb er wel mee leren schrijven en beschrijven en een basis gelegd voor wat ik nu doe, ook al vergt fictie een heel andere benadering. Mijn fascinatie voor het genre is ontsproten in het kijken van griezelfilms op relatief jonge leeftijd. Pedagogisch misschien niet verantwoord, maar ik kan mijn moeder daar nu alleen maar dankbaar voor zijn. Ik herinner me bijvoorbeeld nog goed hoe ik als jongetje, lang na bedtijd, samen met haar naar The X-Files zat te kijken. Dat zijn zo van die momenten waarvan ik nu besef dat ze mij meer gevormd hebben dan wat ik op school geleerd heb.
Een film aanraden? Moeilijk. Je hebt natuurlijk de klassiekers die iedereen kent en ik zou hier een ellenlange opsomming kunnen geven van goede horrorfilms (ja, ze bestaan!). Daar ga ik me niet aan wagen, omdat je dan in oeverloze discussies verzeild geraakt van wat wel en niet goed is. Wat ik wel kan zeggen is dat drie specifieke films mijn visie op film hebben beïnvloed en bij uitbreiding ook mijn leven een bepaalde weg hebben uitgestuurd: Cannibal Holocaust (1980), The Texas Chainsaw Massacre (1974) en The Lost Boys (1987).
6) Ik moet zeggen dat je negentien uitzonderlijke verhalen hebt geschreven. Van spannend, naar sci-fi, naar humoristisch. Je put overduidelijk uit verschillende bronnen. Kun je ons iets vertellen over je inspiratie? Welke auteurs inspireren je bijvoorbeeld? En zitten er ook verhalen tussen die jou als schrijver hebben verrast; in de zin dat het verhaal anders heeft uitgepakt dan je eerst dacht en waar je nu supertrots op bent? Hoewel de negentien verhalen dus je kindjes zijn en je eigenlijk geen onderscheid mag maken, (dat weet ik, dat weet ik) vroeg ik me toch stiekem af of er misschien hier en daar geen favoriete verhalen tussen zaten?
Goede vraag. Een moeilijke ook, die me weer tot nadenken stemt.
De diversiteit in mijn verhalen is voor een groot stuk te danken/wijten (afhankelijk van hoe je het bekijkt) aan mijn doel om mezelf als schrijver steeds uit te dagen. Ik wil verschillende stijlen uitproberen, verschillende thema's behandelen, mijn eigen grenzen aftasten om ze vervolgens te overschrijden. Soms resulteert dit in een luchtige pastiche (Verstopt), dan weer in grafische, compromisloze gruwel (Eldorado). Veelzijdigheid is een goede eigenschap voor een auteur. Toch ben ik iemand die in hokjes denkt. Veel schrijvers hekelen bijvoorbeeld het feit dat ze een stempel opgedrukt krijgen. Ik niet, ik wil me profileren als horrorschrijver. Ik geloof ook dat die ambitie in elk verhaal in deze bundel doorschemert, los van het feit dat er sporadisch zijwegen naar sci-fi, surrealisme en dergelijke worden ingeslagen.
Inspiratie is voor mij een bodemloos vat. Dat kan gaan om hele simpele dingen zoals een welbepaalde scène uit een film of een passage in een boek die me aan het denken zetten. Of iets diepgaander, zoals een ingrijpende gebeurtenis uit mijn eigen leven (Bezoek). Maar meestal zijn het nachtmerries die me deze verhalen influisteren, hahaha. Voorts probeer ik mijzelf niet teveel aan andere auteurs te spiegelen, hoewel ik me natuurlijk onbewust laat beïnvloeden door allerlei kunstenaars, gaande van schilders en schrijvers tot cineasten en muzikanten.
Ik weet niet of ik een verhaal uit deze collectie kan kiezen waar ik het meest trots op ben. Trots is niet zozeer het woord dat mijn gevoel hierbij beschrijft, maar als ik bijvoorbeeld deze bundel als lezer zou analyseren, zou ik "Voor eeuwig" waarschijnlijk het beste verhaal vinden.
7) Interessant dat je dat stelt, want dit is ook een van mijn favoriete verhalen, tezamen met "Honger" en "Terra Incognita" waar je soms een experimentele ingang neemt. Zou je daar iets over kunnen zeggen? Moeten we soms niet over de conventies heen stappen om het genre naar een ander niveau te brengen?
Daar heb je een punt. Zo las ik ooit een artikel waarin een autoriteit in het vak beginnende schrijvers afraadt om de jij-vorm als vertelperspectief te hanteren. Ik dacht meteen: fout. Je moet zoiets net wél proberen, want zo leer je pas hoe dat perspectief aanvoelt en welke mogelijkheden het biedt. Toen heb ik besloten om zelf een poging te wagen met het verhaal "Honger". Sowieso wil ik verschillende stijlen uitproberen, verschillende thema's behandelen, mijn eigen grenzen aftasten om ze vervolgens te overschrijden.
8) Je hebt de afgelopen vijf jaar aan zowat elke schrijfwedstrijd in het genre deelgenomen. Hoe belangrijk is zoiets voor de ontwikkeling van een schrijver?
Schrijfwedstrijden zijn een ideaal excuus om je productie op te drijven. Het is heel eenvoudig: oefening baart kunst. Door voortdurend te schrijven word je steeds beter. Korte verhalen zijn in dat opzicht een uitstekend medium omdat ze relatief weinig tijd in beslag nemen en je op korte termijn loon naar werken krijgt. Dit is goed voor de motivatie, zeker als je pas begint met schrijven. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat het erg ontmoedigend is om met een fantasy-trilogie te beginnen die volledig in je hoofd zit, maar die je niet op papier krijgt wegens tijdgebrek of andere obstakels. Veel beginnende schrijvers haken dan af. Bovendien zijn de Nederlandstalige genrewedstrijden een goede graadmeter om je niveau te toetsen. Ik denk aan de Paul Harland Prijs en Fantastels. Het deelnemersveld is zeer uitgebreid en er doen heel wat talentvolle nieuwkomers en gevestigde auteurs mee. Meestal krijg je een (uitgebreid) juryverslag waar je best wat van kan leren.
9) Dat is waar, maar, en ik speel hier even de advocaat van de Duivel, hoewel ik heb meegedaan aan wedstrijden en ook gewonnen heb, werkt het soms formule-achtig schrijven niet in de hand? En wordt dit tevens niet beloond- vaak voor en door dezelde groepje mensen; waardoor, als ik er als antropoloog naar kijk, er een bevestiging van naratieven ontstaat. En tegelijkertijd schrijvers gedwongen worden om tijdens de wedstrijd met elkaar te concureren, terwijl kunst per definitie vrij dient te zijn. Nogmaals, dit zeg ik niet uit rancune. Ik heb gewonnen en heb deelgenomen en ben volgens mij de enige schrijver in de PHP die met beide verhalen in de shortlist terecht is gekomen. Dit is gewoonweg een persoonlijke mening. Hoe denk jij hierover?
Anthonie, het klopt wat je zegt. Daarom is het raadzaam om niet teveel belang te hechten aan het resultaat dat je behaalt (goed of slecht). Je mag ook niet in de val lopen om verhalen volgens een bepaalde formule te gaan schrijven die in het verleden succesvol is gebleken, want zo stimuleer je eenheidsworst. Je eigen artistieke vrijheid is waardevoller dan het winnen van een schrijfwedstrijd. Het een hoeft het ander natuurlijk niet uit te sluiten. Het gaat mij vooral om het proces van het schrijven zelf. Mezelf voortdurend blijven ontwikkelen, dat is de voornaamste reden waarom ik deelneem. En ook omdat mijn werk dan een concrete bestemming heeft, in plaats van dat het een ongelezen word-document blijft ergens op mijn laptop.
10) Je hebt je op het internet laten ontvallen dat je bezig bent met een roman. Zou je ons daar iets meer over kunnen vertellen?
In tegenstelling tot mijn korte verhalen ben ik hier heel erg onzeker over. Ik ben iemand die veel inspiratie heeft en die ook voortdurend van me af moet kunnen schrijven. Dat lukt uitstekend met korte verhalen omdat je dan snel resultaat boekt. Ik heb moeite om me op langer werk te concentreren door de vloedgolf aan ideeën die op me afkomt. Maar ik wilde toch een keer proberen of ik het kon, zo’n roman schrijven. Toen een vooraanstaand redacteur van een belangrijke uitgeverij mij afkeurend bekeek toen ik dit nieuws meedeelde en me droogweg zei dat dit me waarschijnlijk niet ging lukken, was ik natuurlijk nog meer gemotiveerd. Ondertussen is die roman klaar. Enkele mensen, die me bij mijn vorige werk goed hebben bijgestaan, zijn hem op dit moment aan het lezen en ik verwacht hun opmerkingen ergens in het voorjaar van 2015 te krijgen. Ik weet nog niet of ik het bij mijn uitgever zal aanbieden. Het uitgangspunt is eigenlijk heel klassiek: een huis dat behekst is. Ik heb me dan ook vooral gefocust op de onderlinge verhouding tussen de gezinsleden die er wonen en steeds meer wegzakken in een spiraal van dood en verderf. Jongvolwassenen zijn de doelgroep, maar ze zullen over een stevige maag moeten beschikken want er passeren enkele choquerende scènes.
Dat klinkt veelbelovend en ik kijk er naar uit. Ik wil je in ieder geval bedanken voor dit interview. En voor iedereen die dit leest, bekijk ook eens de website van Tom Thys.
Biografie:
Tom Thys zette zijn eerste stapjes in het genre met het kijken en recenseren van horrorfilms voor www.itsonlyamovie.nl. Gaandeweg ging hij ook zelf verhalen verzinnen. Deze werden de afgelopen jaren in bloemlezingen, literaire tijdschriften en online gepubliceerd. Met zijn verhaal De Wondertoren won hij de Fantastels Feniksprijs. Ook behaalde hij de eerste plaats in de prozawedstrijd van Woordenstroom.org en de tweede en derde plaats in de W.J. Maryson Talent Award (Paul Harland Prijs). In oktober 2014 werden zijn beste verhalen gebundeld in "Volmaakt monster".
Bibliografie:
Publicaties: korte verhalen in Pure Thrillers, Unleash Award bundel Grenzeloze Fantasie, literair magazine De Brakke Hond, verhalenbundel Schaduwzijde en losse publicaties bij Parelz en op www.woordenstroom.org en denachtvlinders.nl, verhalenbundel Volmaakt monster bij Zilverspoor.
Voorgaande spotlights: