In het boek “De negen cirkels” neemt Terrence Lauerhohn ons mee naar een hel die zowel bekend als onbekend aanvoelt. Bekend omdat Lauerhohn dit boek geheel heeft laten inspireren op de “negen cirkels” van Danté, hoewel ik me niet van de indruk kon onttrekken dat hij zich tevens heeft laten inspireren door Palahniuk die Doomed en Damned heeft geschreven. (Met daarbij walgelijke en beeldende visies op de hel: zoals de berg met afgeknipte vingernagels of de zee van lichaamssappen.) Palhniuk wordt dan ook gekenmerkt door humor en een maatschappelijke kritische houding, wat hem een cultstatus heeft gegeven. Dat soort boek is “De negen cirkels” niet. Het is heel moeilijk om het boek in een woord samen te vatten. Het boek gaat over de Hel in de klassieke zin. Maar nog meer dan dat: het gaat over een vriendschap tussen de hoofdpersoon en een demon die de hoofdpersoon naar de negende cirkel dient te brengen.
Humor kan Lauerhohn dan ook niet ontzegd worden. Hij benadert de hel bijna als een continuerende doolhof waar boven soms beneden is en waar de gangen tussen de doolhoven bewaakt worden door (en wie had dat gedacht: Pacmans). Dit geeft een bepaalde luchtigheid aan het boek en ook de nodige dosis humor. Ik mis echter de maatschappelijke kritische blik die Palahniuk zo bekend maakt.
Maar het is nooit eerlijk schrijvers met elkaar te vergelijken. Het gaat om het beoordelen, en het niet eens beoordelen maar bespreken, van een boek an sich. En in dit opzicht is Lauerhohn geslaagd. Zijn boek is spannend, humoristisch en op sommige momenten kon ik hem bijna lachend achter de schrijfmachine zien zitten als hij een geniepige steek naar Dante uithaalde.
Want hoewel het boek over vriendschap gaat, gaat het ook over een oorlog. Een oorlog tussen onsterfelijken, tussen demonen, waar de hoofdpersoon die maar blijft beamen dat hij onschuldig is, in mee wordt gesleurd. Een oorlog in de hel, gesteund door engelen. Dit boek lijkt regelrecht uit het oude Testament te komen.
Hier en daar is het besprenkeld met prachtige zinnen:
“Het leven is een hoer, Jack,” verkondigde het wezen welluidend en zette hem op de grond. “De dood is haar pooier.”
Of als de demon over een stad praat:
“Haar schoonheid is illusie, Jack. Dat is wat hier de werkelijkheid maakt. Illusie.”
Deze zinnen geven het verhaal een extra duw en kracht waarbij langzaam, stap voor stap, een verhaal ontvouwt van een magistrale wereld die steeds verder van Danté komt af te staan. Om deze redenen is het boek ook moeilijk in een hokje te duwen – wat geenszins kritiek is. Het is griezelig, ja, maar geen horror. Het is “fantasy” maar ook niet in de nauwe zin van het woord. Aan het einde is het verhaal over een zoektocht. Een zoektocht naar de hoofdpersoon zelf, en het verleden dat hij vergeten is, maar tevens en vriendschap die ondanks alle hoogte en dieptepunten cruciaal blijkt te zijn. Ik wil het einde niet verklappen. Mijn vingers jeuken. Maar het einde zal verrassend worden.
Als ik kritiek dien te uiten (en ik weet niet of dit altijd noodzakelijk is of waarom we dit “dienen” te doen), dan ligt het bij mij in de zogenaamde “backstory”; het achtergrondverhaal dat en boek en personage veelal diepgang geeft. Ik miste dat in “Negen cirkels”. Niet zo gek, want de hoofdpersoon lijdt immers aan geheugenverlies. Maar misschien een glimp hier, een beeld daar, had het al mysterieuzer gemaakt en had je als lezer ook het gevoel gegeven dat je een verbintenis met Jack had. Deze verbintenis ontstaat nu zeer traag (wat jammer is, want je wilt je met de personages verbonden voelen). Je leest zijn avonturen, maar het is pas halverwege dat deze je echt weten te raken. Het achtergrondverhaal is veelal de ruggengraat waar de rest van het verhaal aan hangt.
Dat gezegd te hebben is het niets meer dan een vermakelijk boek die ik zonder meer kan aanraden.
Anthonie Holslag
Terrence Lauerhohn
Website van de auteur.
Wil je het boek kopen, klik hier.