Navigatie

 

Eigenlijk ben ik geen recensent. Maar soms lees je boeken die je zo grijpen, je zo bij de strot pakken, dat je ze met anderen wilt delen. Dit had ik met Harten Sara geschreven door Thomas Olde Heuvelt.

 

Tot aan dat moment moet ik tot mijn grote schaamte bekennen dat ik nog niets van hem gelezen had. Ik had me ooit wel eens gezien bij Barend en Van Dorp, en ik herinner me dat ik de dag daarna bij de boekhandel stond om zijn boek te bestellen, maar dat dit om onverklaarbare redenen niet kon. Toen ik hem jaren later op een beurs zag, besloot ik een oud voornemen alsnog in te willigen en liep ik die middag met Harten Sara naar huis. Niet wetend wat dit boek voor mij zou gaan betekenen.

 

Er zijn namelijk boeken die langs komen en je op een subtiele manier veranderen. Die een andere kijk op dingen geven, waardoor je heel even stilstaat.

 

Het boek vertelt het verhaal van een autistisch meisje (Sara) dat verliefd wordt op een jongen (Sem). Maar ze wordt niet alleen verliefd op de jongen, maar ook iets onbeschrijfbaars in die jongen dat ze “Beesje” noemt.

 

Het boek volgt vervolgens hun liefdesrelatie en hoe het hoofdpersonage, dat per definitie door haar stoornis in zichzelf gekeerd is, deze relatie beleeft. Fantasie en realisme mengt zich door elkaar, met name omdat de denkwereld, en niet de echte wereld, centraal staat.

 

Zo lezen we hoe de zwaartekracht kan worden omgedraaid en hoe zich onder Amsterdam een theater bevindt, dat zich verplaatst en waar slechts ingewijdenen naartoe kunnen komen. (Dat Amsterdam op palen is gebouwd en in hoge mate uit veengrond bestaat, doet er om vreemde redenen niet toe. Realisme geldt hier niet.) Sem is een van deze ingewijdenen, omdat hij een aanstormende illusionist is en neemt Sara dan ook naar het theater (en zijn reizen) mee.

 

In een interview dat ik met Thomas Olde Heuvelt had (zie link) vertelde hij me dat hij voor dit boek, vooral in vorm en stijl, geïnspireerd was door het boek  “Extreem luid en ongelooflijk dichtbij” van Jonathan Safran Foer. Hoewel dit overduidelijk het geval is, zichtbaar in de stijl en vorm van het boek, doet Thomas zichzelf hier tegelijkertijd tekort.

 

Het boek is namelijk meer dan dat. Het heeft invloeden van Clive Barker, en dan met name de oudere werken, waar realiteit langzaam in de magische wereld oplost of naast de realistische wereld bestaat. Of “Het nachtcircus” van Erin Morgenstern waar de magische elementen zo worden beschreven dat je ze letterlijk kunt voelen en proeven. Tegelijkertijd heeft het boek hier en daar, om in bokstermen te praten, de kaakslagen van Palahniuk – in mijn optiek een van de betere schrijvers van de eenentwintigste eeuw. Wat ik met het laatste bedoel is dat Palahniuk het talent bezit om in een enkele zin een pijnlijke waarheid bloot te leggen. Dat doet Thomas in hoge mate ook. Er waren zinnen met zo een poëtische (verbeeldings)kracht dat mijn mond, om maar in de bokstermen te blijven, letterlijk open viel.

 

Zinnen zoals bijvoorbeeld:

 

 

“Sommige dingen zijn voor jou alleen, en wanneer je erover praat lijken ze breekbaar.”

 

Of:

 

 

“Je weet niet half hoe moeilijk het is iets terug te vinden wat je kwijt bent.”

 

Of:

 

 

“Verhalen snijden diep, maar wonden genezen uiteindelijk.”

 

 

Of (misschien wel de mooiste):

 

 

“Je beplakt je leven met verhalen die niet van jou zijn, en hoe meer je het beplakt, hoe minder je van jezelf hoeft te laten zien.”

 

 

Het verhaal is dan ook in hoge mate een analogie. Het vertelt het verloop van een liefdesrelatie, maar nog fundamenteler dan dat, de onbereikbaarheid en misschien ook wel het onvermogen van liefde.

 

Zo doet het theater onder de stad je denken aan de krochten en duistere plekken in onszelf. “Beesje” aan het dierlijke en tevens onbevangen kant van hoe we in relaties staan. De gangen aan de complexiteiten. En (zonder het einde te verklappen) de luchtballon aan het loslaten van ballast.

 

In zijn interview vertelde Thomas mij dat dit verhaal zeer persoonlijk was en over een relatie ging “waar hij eigenlijk zelf te jong voor was”. Dit persoonlijke zie je in het verhaal terug. Het is een verhaal met bloed en hart; waar het persoonlijke zo nu en dan tussen de kieren doordrukt en tegelijkertijd echter, misschien omdat het zo persoonlijk is, en dus daarom reflectief, een aantal universele punten van relaties (en liefde) naar voren haalt.

 

Hoe alles anders uitpakt zoals je hoopt of verwacht bijvoorbeeld. Of hoe we soms in de ander onszelf ontdekken.

 

Ik ben absoluut van mening dat je een verhaal alleen kan beoordelen in samenhang met het verhaal zelf. Wat ik hiermee bedoel is: hoe komen de motieven, de personages, de toon, de sfeer met de thematiek samen? Hoe is het verhaal als een geheel samengebald? En hier ligt in Harten Sara, in mijn optiek, ook de kracht. Het is een verhaal zonder conventies, dat over de grenzen van genres heen gluurt, dat flirt met het literaire en er soms ook weer afstand van neemt en mede daardoor geheel op zichzelf staat.

 

Harten Sara is in mijn optiek niet alleen een boek, maar in hoge mate Kunst.

 

Is het griezelig? Nee. Is het een horror verhaal? Ook niet. Is het soms ontoegankelijk (vooral in vergelijking met zijn andere boeken)? Bij vlagen. Valt het onder de magische term “magisch-realisme”? Ongetwijfeld, ja. Maar tegelijkertijd is het meer dan dat. Het boek is een persoonlijk relaas, een zoektocht van iemand naar liefde, de hunkering van liefde, maar die tegelijkertijd, door gedachtensprongen en de innerlijke wereld, dit niet kan vinden en ziet hoe deze gevoelens langzaam oplossen en vervagen.

 

In deze zin – en durf ik dit te zeggen? Ja, ik durf het te zeggen – vind ik dit boek beter dan Hex(it). Waar Hex een bijna traditionele opbouw volgt – met een begin, midden en eind en tevens klassieke horror elementen– is Harten Sara een verhaal dat zich van binnen naar buiten keert en misschien ook wel op deze manier gelezen dient te worden: een verhaal dat grenzen afbreekt, je confronteert met jezelf en de onvermogens die we met onszelf meedragen.

 

Het onvermogen om gezien te worden bijvoorbeeld. Of het onvermogen om daadwerkelijk, los van alle bagage en complexiteiten, van iemand te kunnen houden.

 

Achteraf denk ik dat ik verliefd ben geworden op Sara. Of was het misschien toch Beesje? Of ben ik gewoon fan geworden van een geweldig goed boek?

 

Een ding weet ik zeker: soms, heel soms, wil je gewoon dingen delen.

 

 

 

 

Je kunt het boek hier bestellen.

 

Of op de website van de auteur.

Blog

Contact