Recensie van het album "Everest" gecomponeerd door Dandelion.
Een aantal jaar geleden heb ik het debuut van Dandelion (“The All Year Round”) gerecenseerd en een track-to-track analyse gedaan – zie hier. Het was een klein albumpje van 6 nummers, waarvan “Fox of Hayes” en “Mark the Flea” nog steeds mijn favoriete nummers zijn. Destijds lieten ze al zien waar hun wortels lagen. Namelijk bij Crosby, Stills, (Young) en Nash. Liederen met samenzang die je tegelijkertijd tot denken aanzetten. Want hoewel de band soms liefelijk klonk, waren de teksten dat geenszins. Een trend die ze bij hun album Everest hebben voortgezet.
Sindsdien heeft hun muzikale carrière een vlucht genomen. Ze hebben een programma gehad op de televisie en werden zelfs het alternatieve geluid van “Volendam” genoemd.
Dit is ook weer het geval op deze plaat. Hoewel de diversiteit groter is en de thematiek die ze aansnijden ook breder is - zo horen we een nummer over een man die zijn vrouw en kind verlaat, een nummer over een meisje die de liefde van een man wint en nog meer diverse thema’s - wat ze met elkaar gemeen hebben, en wat ook gedeeltelijk de titel verklaart, is dat in ieder nummer de protagonist iets overwint. Of dit nu een ongelukkige situatie is of de liefde van iemand anders. Iedereen beklimt hun persoonlijke Mount Everest en laat iets – een observatie, een gevoel, een persoon, een situatie – achter zich.
A Minute Full of Laughter
Dit begint al bij het eerste nummer en bij de eerste openingszin: “Let’s start the day with a newspaper ad that will say: If you buy this everything will fall into place.” Het nummer ontvouwt zich verder als iemand die zich afvraagt wat er met de wereld aan de hand is en dat een lach voor een minuut misschien de dagelijkse verschrikkingen kan doen verstillen. (“Oh my God is it true that a boy aged two was shot right in the head and was dead? A divine richochet was saved from whom?”)
Ook hier zien we weer dezelfde spanningsveld die we op “The All Year Round” hoorde. Namelijk een midtempo nummer, met zachte gitaren, een fluwelen stem en samenzang die tegelijkertijd iets verschrikkelijks zingen. Toch is het een sterke opener. Het geeft namelijk direct de sfeer van het album weer. En brengt ook de thematiek van het album naar voren. Het is niet voor niets dat “een berg” in de tekst ook een hoofdrol speelt: “Well I’m sure that a minute full of laughter will reflect from the mountains and call (…) and everything falls as it falls”. En vooral de laatste zin is van betekenis. Het is namelijk het loslaten van momenten, nadat de protagonist (in dit geval iemand die een krant leest) iets heeft overwonnen, dat van belang is.
Year of ‘51
Na de midtempo opener neemt de gas iets toe. (En horen we ook de gitaar bij het refrein een prominentere rol spelen.) Het nummer vertelt het verhaal van een dichter die iemand in zijn hart toelaat, maar zichzelf tegelijkertijd daarin verliest en zich afvraagt wat er in het jaar van 1951 in Hemelsnaam gebeurt is. Het nummer gaat zowel over het toelaten van liefde als het verliezen daarvan en de fade out van de gitaar, lijkt zowel de hart als de wanhoop van de dichter te weerspiegelen.
Aniuvak
Hier komen we bij een nummer dat onmiddellijk mijn aandacht trok. Niet alleen door de samenspel van de instrumenten of de scheurende gitaar in het midden, maar ook de poëtische teksten. Een lied over een man die besluit alles achter zich te laten en de kou en sneeuw boven het huiselijke (en misschien wel de norm) verkiest. Een prachtig nummer dat een geweldige onderbreking is tussen “Year of ‘51” en het volgende nummer die als ze achter elkaar waren geplaatst, teveel op elkaar zouden lijken. Nu springt Aniuvak eruit en grijpt je als luisteraar bij de strot.
Antwerp Blue
Ook dit nummer gaat over een verloren (en eenzijdige) liefde en hoe je jezelf hierin kunt verdrinken: “Their eyes were an Antwerp blue, a classical artifact, and they offered me salvation after starvation”. Het is de samenspel van eenzaamheid en liefde – net zoals in “Year of ‘51” – die de hoofdthema’s vormen. Hier staat echter niet een dichter centraal. Maar meer hoe liefde kan veranderen en hoe de protagonist in zijn eenzaamheid en stille liefde, de focus van zijn liefde een waarschuwing probeert mee te geven: “Don’t you keep your heart out to a stranger”. Oftewel: pas op aan wie je het geeft, terwijl hijzelf zijn hart al verloren heeft.
Bellowing Chimes
Muzikaal de langste nummer op de plaat, ongeveer 6 minuten en 2 seconden. Wat me onmiddellijk opviel aan het nummer – hoewel het ook een midtempo nummer is zoals “Antwerp Blue” – is de pakkende melodie. Hoewel het nummer hetzelfde ritme heeft als de twee nummers hiervoor (“Year of ‘51”, “Antwerp Blue”) heeft het een melodie die zowel opzwepend als pakkend is en een rock element in zich meedraagt. (Meer dan de voorgaande nummers.) Dit is een nummer waarin een band kan losgaan en kan jammen. (Wat ze aan het einde van het nummer ook doen en wat ze live – ik heb ze één keer mogen zien – nog meer doen.) Dat bij “Bellowing Chimes”, teveel herhaling op de loer ligt, is het voldoende anders dat het boven “Year of ‘51” en “Antwerp Blue” stijgt. Ook hier zien we weer het spanningsveld van een mooie stem en grauw realistische teksten. Het nummer roept het beeld op van verloedering, zelfs oorlog die de kerkklokken overstemt, behalve in het refrein daar wordt de protagonist verlamd door de schoonheid van een onbekend gezicht. Hoewel ik het uiteraard niet met zekerheid kan zeggen, deed dit nummer me bijna denken aan de vluchtelingen problematiek en de verschrikkingen die ze moeten doorstaan om in het Westen te komen. Verschrikkingen die alles overstijgt. Klokken doet zwijgen. En waarbij vrijheid, zo ontdekken ze, een leugen is: “Freedom of will? It’s a fraud.”
Call me a strranger
Een prachtige onderbreking van de voorgaande nummers. Het begint met een akoestisch gitaar en prachtige samenzang. Dit is in mijn optiek één van de hoogtepunten van de plaat. Het is een nummer dat je meesleept en meeneemt naar een plek brengt waar je wilt waar nummers je meebrengen; die stille plek in jezelf waar de muziek je tot contemplatie brengt. Ook de teksten zijn poëtisch en sterk: “No face to remember, just a voice to know her. She cried on the telephone and begged you to forget her.” Een lied over een gebroken hart, het afbreken van een relatie en alles wat dat met zich meebrengt.’
Proteus
Het volgende akoestische nummer, dat niet de fragiliteit heeft als “Call Me a Stranger” en de plaat de plaat weer op de mid-tempo koers laat varen, waar de hele plaat op de vaart. Wat knap is aan dit nummer is de opbouw en hoe de vaart rond 2.30 toeneemt, waarbij we weer geheel van de koers van “Call Me a Stranger” zijn weggevaard. Wat de diversiteit van de plaat doet toenemen en “Call Me a Stranger” een sterkere plaats laat innemen op het album. Ook hier is weet het spanningsveld tussen tussen muziek en tekst. De muziek klinkt liefelijk (in het begin), maar de tekst schetst een ander beeld: “Tonight I shoot your father down and as he lies bleeding on the ground… Tonight you’ll hear a most frightening sound because your father will hear the devil walking in who will take away his gold watch and his sins and that will be me”. Rond de vierde minuut begint de elektrische gitaar te komen, ook weer een prachtige opbouw (prachtig gespeeld overigens), waarbij dit nummer een gehele transformatie heeft doorgemaakt die de intrinsieke dynamiek van het album versterkt.
Fall and Cease
Derde hoogtepunt van de plaat. De opbouw is één van de beste en maakt het nummer mysterieus en werkt naar een climax. Wat het jammer maakt, is dat Dandelion heeft gekozen de intro van het nummer los te maken van het nummer zelf. Jammer, want door deze loskoppeling kan het voorkomen, mocht je de plaat via shuffeling willen horen, de hele opbouw mist. Terwijl de opbouw onlosmakend is verbonden met de kracht en melodie in het nummer. Dit is Dandelion op zijn best. De teksten maakt beelden in je los (“And I saw my mother dance a barefoot waltz in the kneehigh grass”. ) En de refrein heeft een ongeloofelijke sterke hook: “Sometimes when you’re up and I’m down and life’s escalating. Sometimes you’re always around. And you smiled when you told me that I was a great debater. You left me stuck with no doubt.” Het nummer zelf gaat over vader en kind relatie en de complexiteit van deze relaties. Hoe je leert door vallen en op te staan. Maar hoe je tevens als kind (en als vader) je probeert los te maken van elkaar, zonder te weten welke richting dit op gaat. Ook hier is een berg te beklimmen. De berg van volwassen worden. Op de plaat klinkt de zanger overigens nog ingetogen. “Live” hoor je de pijn en verscheuring in zijn stem. Iets wat ook in de plaat had kunnen komen en wat het nummer, dat al ongelofelijk sterk is, nog net sterker had kunnen maken.
En dit brengt me misschien tot de grootste kritiek van de plaat. Het leunt nog teveel op Crosby, Stills, (Young) and Nash, terwijl Dandelion sterk genoeg is om een eigen plaat neer te zetten. Niet alles hoeft netjes te zijn. Laat de rauwe kantjes horen. Rauwe kantjes die in de live-optredens meer dan één keer naar voren komt.
Greenville
Een mid-tempo nummer die net zoals “Bellowing Chimes” een meeslepende melodie heeft. Het schetst een beeld van een dorp die je vaak vindt de Verenigde Staten. Maar ook een dorp waar meer gebeurt dan op het eerste gezicht zichtbaar is. (“All the kids they fuck around. When you’re out of town and talk only with the curtains drawn”.) De melodie (en teksten) zijn minder zwaar dan in de voorgaande nummers, waardoor het een mooie afwisseling is met de rest van de plaat en niet dezelfde melacholie met zich meedraagt. Knap gedaan in de 3.02 minuten dat het nummer telt.
River Man
De luchtigheid wordt voortgezet in dit nummer dat in de introductie een bijna funk-achtige sfeer uitdraagt. (Hoewel de melacholie hier en daar tussen de zonneschijn doorbreekt.) Toch kun je tegelijkertijd niet stoppen om met het ritme (en dan heb ik het niet eens over de piano) mee te dansen. Net zoals “Bellowing Chimes” is dit een nummer waar de band heerlijk op kan jammen en dit “live” ook heerlijk zal doen.
Mine Until the Sun Sets
Na twee vrolijke nummers is het weer tijd voor een ingetogen nummer, waar de samenzang op de voorgrond treed. De trombone aan het einde van het nummer maakt het nog ingetogener en melacholiers dan de piano en samenzang al doet. Het zou een geweldige afsluiter zijn. Maar Dandelion heeft nog één verassing in hun mouw. Net zoals “Fall and Cease” waar de opbouw vanaf spat en tevens tot één van mijn favoriete behoort.
Finnegans Wake
Een prachtig nummer dat deze plaat afmaakt. In de “liner notes” staat dat het nummer in Noorwegen is geschreven en voor één of andere reden voelt het ook zo aan. Het is alsof je de kou kan voelen. De openhaard hoort knisperen. En je kunt je bijna voorstellen hoe de band in een cirkel zit en hoe dit nummer uit een jam tot stand is gekomen. Het einde is geniaal. De woorden die a’capella worden gezongen zijn: “Silence. Only for a day. Isn’t it quiet? Isn’t it quiet?” Waarmee de album eindigt en je werkelijk in stilte wordt achtergelaten.
Everest is op alle fronten een sterke album, die misschien hier en daar teveel in de mid-tempo blijft hangen, maar tegelijkertijd genoeg afwisseling biedt om niet een monotonige album te worden. Dat is de kracht van Everest en misschien ook de valkuil. De bescheidenheid die de leden vertoond, is benoemenswaardig, ook in de epiloog die in het album is opgenomen. Maar ik zou bijna willen zeggen: gooi het open. Laat de gitaar nog meer scheuren. Stap soms van de mooie samenzang af. Toon de emoties die ik ook “live” heb gezien. En verontschuldig je niet voor een jongensdroom. Want dat is deze plaat niet. Het is een volwaardige plaat die deze waardering ook verdient.
En oh ja, mocht je de kans zien om ze "live" mee te maken. Zeer zeker doen.
Recensie: "The All Year Round"