Ik heb vandaag lezingen gegeven over de Armeense genocide voor Mavo leerlingen op de Zoom College in Bergen op Zoom. Dit naar aanleiding van de Holocaust herdenking. Na afloop diende ik ook gedichten voor te dragen die direct of indirect verbonden waren met genocide en/of genocidaal geweld. Mijn keuze viel op drie gedichten geschreven door eerste, tweede en derde generatie overlevenden van de Armeense genocide en op het gedicht Voetpad (zie ook link) dat gebaseerd is op de bosweg naar Sobibor.
De volgorde van de gedichten waren als volgt:
- Danté's Legende (geschreven door Eghishe Charents en delen door mij vertaald)
- In Armenië, 1987 (geschreven door Peter Balakian - zie ook link)
- Voetpad (geschreven door Joyce Hes - zie ook link)
- Een gedicht over het modernisme in een oud dorp (uit de bundel Dichter bij Beeld)
- Eenzaamheid van een roos (geschreven door Ohannes Karakas - zie ook link)
Vooral het gedicht "Armenië, 1987" heeft voor mij een speciale betekenis. Deze is geschreven door Peter Balakian, een New York Times Bestseller schrijver, die ik op de vliegtuig naar Yerevan in 2010 heb leren kennen (zie ook link). Ik had toen al gebruikt gemaakt, en een discourse analyse toegepast, van/op zijn boek Black Dog of Fate, die ik vervolgens weer uitgewerkt heb in mijn boek In het gesteente van Ararat. Het was een eer om hem te leren kennen. Hij heeft persoonlijk toestemming gegeven om dit gedicht in het Nederlands te vertalen.